Zelfklevend behang
Zelfklevend behang is de laatste jaren een populaire keuze, vooral voor huurders of mensen die op zoek zijn naar een tijdelijke of doe-het-zelf-vriendelijke oplossing. Het aanbrengen van zelfklevend behang is eenvoudig. Hier zijn enkele essentiële tips om het aanbrengen nog soepeler te laten verlopen.
Belangrijk voordat je het behang aanbrengt:
- Zorg dat de muur glad en egaal is. Structuurmuren zijn niet geschikt voor zelfklevend behang.
- Gebruik bij voorkeur een witte, egale ondergrond om doorschijnen te voorkomen.
- Laat het behang 24 uur acclimatiseren in de ruimte om krimp te voorkomen.
- Bij vloerverwarming: leg het behang op een verhoging.
- De optimale behangtemperatuur is tussen de 18 – 25 ºC en een luchtvochtigheid van 40% – 65%
- Verwijder alle obstakels zoals stopcontacten en schakelaars.
Gestucte of nieuwe muren
- Is de muur nieuw, onbehandeld of net gestuct? Breng dan altijd voorstrijk aan.
- Je kunt er ook voor kiezen om de muur eerst wit te verven. Let er hierbij op dat je geen verf op latexbasis gebruikt.
- Deze voorbehandeling zorgt voor een betere hechting van het behang en voorkomt loslaten.
Dit heb je nodig
- Schroevendraaier
- Afbreekmes
- Behangspatel
- Snijliniaal
- Aandrukrol
1. Voorbereiding
Voordat je begint, is het belangrijk om de muur goed voor te bereiden. Zelfklevend behang hecht zich niet op ruwe muren. Als je muur een textuur heeft (zoals een putjes, schilfertje of structuur), is het cruciaal om de muur glad te maken. Waarom? De lijmlaag van het behang raakt alleen de hoogste delen van een ruwe muur. De lagere delen blijven vrij, waardoor lucht tussen de muur en het behang komt. Dit zorgt ervoor dat het behang loskomt of ongelijk hangt.
Maak de muur daarom volledig glad. Dit kan door te schuren of een egaliserend middel te gebruiken. Zorg ook dat de muur stof- en vetvrij is – dat zorgt voor de meest optimale hechting.
2. Banen controleren
Je ontvangt het zelfklevende behang op één rol. Aan het einde van elke baan staat een kniplijn. Knip hier om de rol in losse banen te verdelen.
Leg de banen vooraf in de juiste volgorde neer, met de laatste baan onderaan en de eerste bovenaan. Dit helpt je om overzicht te houden en het aanbrengen eenvoudiger te maken.
De banen zijn van links naar rechts genummerd, dus begin altijd met de eerste baan helemaal aan de linkerkant.
Let op: Breng het behang alleen aan op goed voorbereide, gladde muren. Op ongeschikte ondergronden kan het behang slecht hechten of loslaten.
3. Folie verwijderen
Trek de achterkant van het behang niet in één keer los. Werk in stappen voor het beste resultaat. Begin met 7 tot 10 cm aan de bovenkant en verwijder de beschermfolie over de volledige breedte van de baan. Zo voorkom je dat de lijmlaag ongewenst terugplakt en het behang moeilijker te hanteren is. Leg de baan eventueel op de grond om het eerste stuk folie gemakkelijker te verwijderen.
Let op: het moment waarop je de folie verder verwijdert, hangt af van het patroon. Moet je het patroon midden op de muur laten aansluiten? Begin dan in het midden en verwijder de folie pas verder zodra het patroon goed uitgelijnd is.
4. Banen stotend plakken
Begin aan de linkerkant van de muur met baan 1. Hang eerst de eerste baan zorgvuldig op. Neem daarna de tweede baan en zorg dat deze op twee plekken goed aansluit op de eerste baan: één punt boven het midden en één punt onder het midden. Plak de banen strak tegen elkaar aan, dus stotend en zonder overlap. Let goed op dat het patroon of de afbeelding mooi doorloopt. Als banen elkaar overlappen, sluiten de patronen of prints niet meer goed aan en krijg je geen strak eindresultaat.
5. Samenwerken is Essentieel
Het installeren van zelfklevend behang gaat veel gemakkelijker met twee mensen. Terwijl de ene persoon het behang op zijn plaats houdt, kan de ander de achterkant langzaam en gelijkmatig naar beneden trekken. Dit zorgt ervoor dat het behang mooi glad blijft en niet vast komt te zitten op de muur voordat het perfect is gepositioneerd.
6. Bubbels Gladstrijken
Tijdens het aanbrengen van het behang kunnen er luchtbellen ontstaan. Gebruik een zacht hulpmiddel, zoals een spatel of aandrukroller, om deze voorzichtig weg te strijken. Strijk regelmatig de bubbels uit de baan tijdens het aanbrengen, zo voorkom je dat je aan het einde van de baan een grote luchtbel gaat krijgen. Kom je toch een luchtbel tegen, raak dan niet in paniek. Til het gedeelte waar de bel zit voorzichtig op en strijk het langzaam en voorzichtig glad. Zorg ervoor dat je dit met zorg doet om beschadigingen aan het behang te voorkomen.
7. Neem de Tijd
Neem de tijd tijdens het aanbrengen van zelfklevend behang. Werk systematisch en begin bovenaan, waarbij je telkens een klein gedeelte van de achterkant verwijdert. Terwijl je dit doet, strijk je het behang glad om ervoor te zorgen dat er geen luchtbellen achterblijven.
8. De afwerking
Zodra het behang is aangebracht, ga je rond de randen met een plastic spatel om het behang goed in de hoeken te drukken. Dit zorgt voor een naadloze afwerking en voorkomt dat er lucht tussen de randen komt.
Met deze tips kan het installeren van zelfklevend behang een eenvoudige en leuke doe-het-zelf klus zijn. Neem de tijd, volg de stappen en geniet van je mooie nieuwe muur!